Antwoorden over sexuele intimidatie in eigen Delftse gemeentelijke organisatie

Geachte dhr. de Wit, beste Jan Peter,

Tijdens de raadscommissie EFB van afgelopen donderdag 10 februari heeft wethouder Schrederhof tijdens de rondvraag kort antwoord gegeven op uw vragen over seksuele intimidatie. De wethouder heeft u toegezegd u nog extra aanvullende te mailen. Hierbij stuur ik u deze informatie toe.

Vraag 1: Hoe is het intern geregeld in de gemeentelijke organisatie met betrekking tot het melden van seksuele intimidatie op het werk, hoeveel vertrouwenspersonen zijn er en hoe is dit geregeld?

Vanaf 2020, na ingang van de Wet Normalisering Rechtspositie Ambtenaren (Wnra), is de regeling Vertrouwenswerk ongewenst gedrag opgenomen in het Personeelshandboek (Paragraaf 2 van artikel 15).  Op het intranet (iKen) kunnen medewerkers via de zoekfunctie vinden hoe en aan wie zij ervaren seksuele intimidatie kunnen melden. Daarnaast is er een integriteits- en geheimhoudingsverklaring, die iedere nieuwe medewerker (in- en extern) moet ondertekenen.

Medewerkers die zich schuldig maken aan ongewenst gedrag, worden hier op aangesproken. Ook kan er disciplinair worden opgetreden. De geïntimideerde medewerker kan ook steun zoeken bij een vertrouwenspersoon. Deze zal de medewerker ook verder informeren over de stappen en processen. De vertrouwenspersoon zal eerst door overleg en bemiddeling samen met de melder (en degene die het betreft) proberen tot een oplossing te komen. Lukt het niet om tot een oplossing te komen, kun je een klacht indienen bij het college. De klachtencommissie zal zich dan buigen over de klacht en zal het college adviseren. Het college kan gemotiveerd afwijken van het advies van de klachtencommissie.

Tijdens de bijeenkomsten voor nieuwe medewerkers wordt altijd gewezen op het bestaan van de vertrouwenspersonen en kort vermeld voor welke zaken je bij hen terecht kunt.

In artikel 15.24 van het Personeelshandboek is bepaald dat het  college op voorstel van het de afdeling HRM en gehoord de Ondernemingsraad, twee of meer vertrouwenspersonen aanwijst.

Op dit moment zijn er twee vertrouwenspersonen ongewenst gedrag, 1 externe en 1 interne medewerker. Daarnaast is er een vertrouwenspersoon melden vermoeden misstanden (klokkenluidersregeling), waaraan overtredingen van regelingen kunnen worden gemeld. Daarnaast is bepaald dat de vertrouwenspersonen jaarlijks een geanonimiseerd rapport uitbrengen aan het college over de aard en omvang van meldingen van onbehoorlijk gedrag. Deze jaarverslagen sturen de vertrouwenspersonen in eerste instantie naar de gemeentesecretaris die deze bespreekt in het DT. Als daar behoefte aan is, lichten de vertrouwenspersonen de jaarverslagen toe in het DT en in MT’s.

De taken van de vertrouwenspersonen en de procedures voor meldingen en klachten zijn beschreven in het Personeelshandboek.  Het komt erop neer dat een melder ervaringen met onbehoorlijk en/of ongewenst gedrag kan voorleggen aan een onafhankelijk en neutraal persoon. De vertrouwenspersoon is er voor opvang, begeleiding, ondersteuning en nazorg van medewerker en leidinggevende. Deze probeert eerst door overleg en bemiddeling samen met de melder (en degene die het betreft) tot een oplossing te komen. De vertrouwenspersoon werkt vertrouwelijk en onderneemt niets zonder toestemming van de melder.

Vraag 2: Is er een globaal overzicht op jaarbasis van het aantal meldingen van seksuele intimidatie , gespecificeerd naar sexe?

In de jaarverslagen zijn de verschillende meldingen van ongewenst gedrag gecategoriseerd, met vermelding van de aantallen. Uit de jaarverslagen van 2015 tot en met 2020 blijkt dat er in 2018 twee meldingen zijn geweest van seksuele intimidatie. Er wordt in de categorieën geen onderscheid in sekse gemaakt.

Hieronder vind u een tabel met het totale aantal meldingen van ongewenst gedrag over de afgelopen jaren.

  1. Zijn er niet te weinig vertrouwenspersonen voor het aantal medewerkers?

Een organisatie heeft de verplichting om een vertrouwenspersoon aan te stellen. Er zijn geen normen voor de verhouding aantal vertrouwenspersonen vs. aantal medewerkers. Het aantal vertrouwenspersonen hangt daarentegen af van het aantal meldingen die de organisatie ontvangt. In Delft is dit als volgt georganiseerd: als we merken dat we teveel meldingen ontvangen, kunnen we incidenteel opschalen met externe capaciteit. In de praktijk van de afgelopen jaren is dit echter niet nodig gebleken.

Wel wordt op dit moment gekeken naar een extra intern vertrouwenspersoon (Als een reserve van de huidige vertrouwenspersonen) om uitval of beëindiging van het dienstverband bij de huidige vertrouwenspersonen op te kunnen vangen. Dit is ook direct een extra opschaalmogelijkheid.

Hopende u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

Met vriendelijke groet, wethouder Schrederhof (PvdA) Wonen, Zorg, Armoede, Sport en Bedrijfsvoering


Gemeente secretaris Martien van der Kraan

J.P. de Wit: “Goed dat ik nu deze uitgebreide antwoorden krijg. Maar ik wil die als raadslid eigenlijk jaarlijks zien in een Sociaal Jaarverslag. Dit is er niet meer. Wegbezuinigd zeker. Ook het jaarlijkse praatje van de gemeente secretaris over personeelszaken in de commissie Economie, Financiën en Bestuur is met het aantreden van Martien van der Kraan verdwenen. Het is onverteerbaar dat wij als raadsleden niks over onacceptabel gedrag van onze eigen ambtenaren weten”

“Ook over de klokkeluiders regeling zie ik nooit wat. Best wel veel (65 in 2020) ongewenst gedrag in totaal. Zeker als je bedenkt dat dit waarschijnlijk het topje van de ijsberg is meestal. Discriminatie met 3 gevallen in 2020 vind ik beschamend. En 16 van agressie, geweld en intimidatie is schokkend. Zeker daar sinds februari 2020 bijna iedereen op het stadskantoor door corona thuis moest werken.

Ik kan niet beoordelen of één vertrouwenspersoon in de gehele organisatie wel voldoende is. En die éne externe vertrouwenspersoon (Marijke Haringsma) zit op te grote afstand en vult met een hele waslijst van organisaties maar haar agenda.

Meer structurele openheid hierover is in het huidige Me-Too tijdsbeeld noodzakelijk. Dit heeft veel weg van dooppot beleid”

 

Algemene Beschouwingen / Inwoners dupe financieel beleid college!

Voorzitter, leden van de gemeenteraad en luisteraars,

De laatste begroting van dit college. En een sluitende begroting bij dit college. Dat is al heel wat, maar of wij hier enthousiast over zijn, is de vraag. We hadden de begroting amper gelezen of de Provincie gaf al een waarschuwing dat er met een beter structureel financieel plan gekomen moet worden.

De begroting waarvan het college zegt: ‘Het is een opgave voor de gemeente om financieel gezond te blijven’ klinkt mooi, maar wij wisten nog niet eens dat Delft financieel gezond was en is dat wel zo? Voor zover wij constateren wordt deze begroting wederom weer sluitend gemaakt door uit de reserves te putten.

De woonlasten gaan omhoog met 6% en dat is te wijten aan een jarenlang slecht financieel beleid van dit college. De OZB stijgt volgend jaar weliswaar met 1,5% dankzij een veto van de VVD, maar alle overige kosten stijgen met een flinke klapper ten koste van de portemonnee van onze inwoners. Het oplossen van financiële problemen wordt door dit college dus doorgeschoven naar een volgend college. En als het rijk niet genoeg geld geeft voor taken en voorzieningen, dan komt er in 2025 nog eens een extra kostenstijging bij. Zoals gezegd: onze inwoners krijgen de rekening gepresenteerd van het slechte financiële beleid van dit college. Dat is voor ons onaanvaardbaar.
Meer lezen

SD en GS vragen om ambtelijke bijstand

 

 

 

De fracties van Groep Stoelinga en Stadsbelangen Delft hebben via de griffie van de gemeenteraad Delft gevraagd om ambtelijke bijstand op grond van artikel 19 lid 1. De gemeente Delft staat vanaf 1 januari 2021 onder preventief toezicht van de provincie Zuid Holland. Dit betekent dat ‘nieuw beleid en intensiveringen ten opzichte van de begroting 2020’ (zie brief GS van 17-12-2020) minstens drie maanden of langer voor goedkeuring aan de provincie moeten worden voorgelegd.
Meer lezen

Over de rug van mensen bezuinigen

Het college in Delft wil in het actieplan Sociaal Domein met twintig nieuwe maatregelen een structurele bezuiniging van bijna 6,3 miljoen euro realiseren. Dat bedrag komt boven op de besparing van structureel 1,9 miljoen uit het oorspronkelijke actieplan. Het college schrijft in het plan ervoor gekozen te hebben om de kwaliteit van de dienstverlening voor inwoners zoveel mogelijk in stand te houden. Dit betekent volgens het college echter niet dat de bewoners van Delft er niks van gaan merken.
Meer lezen

Dweilen met de kraan open?

Op papier loopt de uitstroom van statushouders, na afronding van de inburgeringscursus van een half jaar, naar de reguliere voorzieningen prima in Delft. Maar hoe is de praktijk echt! Het platvorm Welkom in Delft stelt in een brief aan burgemeester van Bijsterveldt dat veel statushouders, na een half jaar van intensieve begeleiding tijdens de inburgeringscursus, deze mensen nog niet in staat zijn de weg te vinden in onze Delftse samenleving.
Meer lezen

Maakt TU Delft eigen wetten?

Deze week verscheen in het NRC een bericht over de ontgroening bij studentenverenigingen, waarbij bij Delftse studentenvereniging Virgiel werd genoemd. De TU Delft heeft besloten de studentenvereniging Virgiel te weren bij de introductie week. Aanleiding was een incident dat zich vorig jaar afspeelde, waarbij een studente hoofdletsel opliep tijdens de ontgroeningsweek.

Meer lezen

Niet meer van deze tijd!

Sleutels (3) (800x533)De Woonbond liet deze week in een bericht weten, dat tientallen kinderen, na het overlijden van hun ouders uit het ouderlijk huis worden uitgezet. Het betreft hier veelal meerderjarige kinderen die bij hun ouders in een huurhuis wonen. Kinderen die – om wat voor reden dan ook – thuiswonend zijn, maar na overlijden van de ouder(s) zonder pardon op straat worden gezet. Situaties, waarover onze fractie in de afgelopen jaren diverse signalen heeft ontvangen. Gelukkig niet regelmatig, maar ook in onze stad zijn wij deze situaties tegengekomen. Naar aanleiding hiervan, luidt de Woonbond nu de noodklok. En terecht! 

De crisis in de woningmarkt zorgt ervoor, dat kinderen vaak langer thuis blijven wonen, werken of studeren, in of nabij dezelfde stad waar hun ouders wonen. Op kamers gaan is dan geen oplossing. Ook niet vanwege financiële argumenten. Ook zijn er situaties waarbij kinderen bij hun ouders blijven/gaan wonen, omdat één van de ouders (mantel)zorg nodig heeft. En zo zijn er nog talloze redenen op te sommen. Op het moment dat de ouder komt te overlijden, hebben de thuiswonende kinderen geen recht meer om in de woning te blijven wonen. Simpelweg, omdat zij niet als officiële huurder geregistreerd staan. 

Het beleid om de nog thuiswonende nabestaanden rigoureus op straat te zetten, is naar onze mening niet meer van deze tijd. Velen nabestaanden komen na het overlijden van de ouder(s) al voor genoeg zorgen te staan. Door zo’n  gedwongen situatie komen zij niet eens aan fatsoenlijke rouwverwerking toe en daarnaast wordt men nog eens geconfronteerd met een extra probleem.

De Woonbond pleit ervoor dat inwonende kinderen, na het overlijden van hun ouders, automatisch recht krijgen op de woning. Daar zit vanzelfsprekend wel een ‘maar’ aan vast. In eerste instantie moeten de kinderen wel de maandelijkse huur kunnen betalen. Wat onze fractie betreft moeten kinderen – die géén behoefte hebben om in deze ouderlijke woning te blijven wonen – dan wel niet in staat zijn de huur te betalen, geholpen worden om zo spoedig mogelijk andere woonruimte te kunnen betrekken. In ieder geval niet direct op straat zetten. Een stukje menselijkheid binnen dit beleid, is wat onze fractie betreft dan ook op z’n plaats. 

De woning corporaties zijn zelf verantwoordelijk over het beleid in dit soort situaties. De politiek heeft hier geen invloed op. Dat neemt niet weg, dat Stadsbelangen Delft een beroep doet op de woningcorporaties om deze situatie nog eens te bezien en het beleid hierop aan te passen. Simpel, omdat dit beleid niet meer van deze tijd is! 

Fractie Stadsbelangen Delft
Aad Meuleman

Beleid Stichting Trix succesvol

telegraaf 001 (3) (683x800)Afgelopen vrijdag stond in de Telegraaf een artikel over de werkzaamheden van Stichting Trix in Den Haag. Aan deze Stichting is ons commissielid/niet raadslid Bram Stoop als projectleider verbonden. De Stichting Trix helpt ontspoorde jongeren weer op weg in de maatschappij. 

Het succes van Stichting Trix ligt vooral in de kleinschaligheid en de daarbij behorende aanpak. Informeel, huiselijk en een luisterend oor, waardoor jongeren zich serieus genomen voelen. Dat neemt niet weg dat de Stichting ook een duidelijk beleid voert. Afspraak is afspraak en geen drugs of alcohol. Als jongeren niet op de afspraak komen, kost hen dat een gedeelte van de uitkering en meerdere malen afwezig dan stopt de samenwerking. 

Van de jongeren wordt inzet verlangd en door middel van begeleiding worden zij in staat gesteld om erkende vakdiploma’s te halen, zodat deze jongeren weer een weg kunnen vinden in de maatschappij. Niet meer in, maar aan de bak. 

Een mooi initiatief dat ook in Delft niet onopgemerkt is gebleven. Stadsbelangen Delft vindt het belangrijk dat ook voor ontspoorde jongeren deze mogelijkheden worden geboden. Mooi dat Bram Stoop vanuit de praktijk een bijdrage levert om jongeren op weg te helpen en wellicht lokale overheden vanuit zijn rol als commissielid/niet raadslid. 

Fractie Stadsbelangen Delft
Aad Meuleman