In het AD Delft van 29 juni staat een artikel over de worsteling van Delft ten opzichte van het huisvesten van statushouders en hun voorrangspositie voor toewijzing van sociale huurwoningen. In de politiek zijn de meningen hierover verdeeld, zover is duidelijk.

Hart voor Delft fractievoorzitter Bram Stoop zegt wel aandacht te hebben voor de problematiek van het huisvesten van statushouders, maar zegt ook: “Wat er niet is, is er niet. Voor jonge Delftenaren is er een wachtlijst van 8 jaar en voor senioren die kleiner willen wonen is er ook geen betaalbare woning beschikbaar”.

Ook vindt Stoop: “Dat Delft Haaglanden breed een signaal moet afgeven aan het Rijk, dat er gewoon geen woningen beschikbaar zijn, want we kunnen jongeren en studenten nu al niet huisvesten. Stop dus met het opleggen van de verplichting om statushouders met voorrang een woning aan te bieden, die er niet is”.

ChristenUnie fractievoorzitter Bert van der Woerd heeft de volle overtuiging dat aan de Delftenaren best voorbij gegaan kan worden, ondanks dat velen in Delft zijn geboren en getogen en in hun eigen stad willen blijven wonen. Van der Woerd zegt in AD Delft: “Wat moet, dat moet”. Blijkbaar ook als dat betekent dat Delftenaren, die al jaren op de wachtlijst staan, daar nog langer op moeten blijven.

Want waar trek je de grens? 100 statushouders? 200 statushouders? De voorrangsregeling lijkt onbeperkt te zijn.

Hart voor Delft vindt dat dit niet uit te leggen is aan onze inwoners en staat sympathiek ten opzichte van de houding van de gemeenteraad van Zoetermeer, die wil stoppen met de voorrangsregeling voor huisvesting van statushouders.

Lees verder het artikel in AD Delft: https://www.ad.nl/delft/delft-worstelt-ook-met-voorrang-voor-statushouders-op-woningmarkt-maar-wat-moet-moet~a35d15e0/

Fractie Hart voor Delft.