Delft wil overstappen naar duurzame energie, ook wel genoemd de energietransitie.
Door middel van bijvoorbeeld een warmtenet, door windenergie, maar ook met zonnepanelen.
En dat is op zich een prima plan en Delft draagt haar steentje bij aan deze transitie.

In 2018 zijn er op het dak van het nieuwe Stadskantoor 304 zonnepanelen geplaatst.
Maar zoals we in verschillende kranten hebben kunnen lezen, zijn deze in juli 2021 afgekeurd, of eigenlijk meer de noodzakelijke elektrische installatie. Deze keuring was verplicht  vanwege de brandverzekering.

Constructieberekening
Er kwamen verschillende tekortkomingen aan het licht, die vooral gaan over de veiligheid, zoals het ontbreken van een constructieberekening voor het dak.  

In december 2021 is de installatie vanwege de verzekeringsdekking zelfs uitgeschakeld, waardoor de mensen die waren ingestapt in deze coöperatieve constructie geen rendement meer ontvingen op hun investering. Op 28 oktober 2022 is na bijna 15 maanden de installatie eindelijk weer goedgekeurd.

Technische vragen
De kosten voor het ‘oplossen’  van de technische  problemen zou zo’n 50.000 euro bedragen.
En nu komt het: De gemeente is van mening dat die kosten door Delft gedragen moeten worden.

Maar  daar zijn wij bij Hart van Delft niet zeker van!

Dus willen wij door het stellen van ’technische vragen’ aan het stadsbestuur de onderste steen boven halen. Wij houden u op de hoogte houden van de antwoorden, die wij hopelijk snel zullen ontvangen.

Lees hieronder de technische vragen die wij aan het stadsbestuur hebben gesteld:

Technische vragen inzake de problematiek rond de PV-installatie (zonnepanelen):

In het kader van duurzame energie middels de energietransitie heeft de gemeenteraad in 2018 besloten om ‘het plaatsen van zonnepanelen op gemeentelijke daken’ aan te merken als een activiteit in het kader van het algemeen belang.

Via de Coöperatie Deelstroom, hiertoe opgericht in 2017, konden geïnteresseerde Delftse inwoners zich ‘inkopen’ in duurzaamheidsprojecten en zo meedelen in de opbrengst van de zonnepanelen.
In 2018 is er door de firma Zon&Co een PV-installatie van 304 zonnepanelen op het dak van het Stadskantoor geïnstalleerd.

Vanwege de ‘veranderde’ eisen van de brandverzekering van de Gemeente Delft werd er in juli 2021 een verplichte Scope-12 keuring uitgevoerd op deze installatie.
Uit deze Scope-12 keuring kwamen er verschillen tekortkomingen aan het licht, waarvan er meerdere van serieuze aard waren.

Omdat deze tekortkomingen in december 2021 nog niet waren verholpen is vanwege de verzekeringsdekking de gehele installatie uitgeschakeld. De kosten voor het oplossen/verhelpen van deze problemen zijn zonder meer fors.

In de oplegger aan de Commissie Ruimte en Verkeer van 18 oktober 2022 kunnen we onder meer  het volgende lezen:

A. Het project Stadskantoor was de eerste pilot voor de opwek van elektriciteit op een gemeentelijk dak.
Dat uit een dergelijke pilot verbeterpunten opkomen is begrijpelijk. Voor de energietransitie is innovatie essentieel en dat gaat onvermijdelijk gepaard met veranderingen in de markt, verbeteringen en leerpunten’.

B. Met deelstroom is destijds een recht van opstal ondertekend waarin is overeengekomen dat Deelstroom de kosten van de PV installatie draagt.

In principe zouden ook deze kosten hieronder vallen en moet deelstroom (of haar leden) deze kosten dragen. Echter uit het feit dat de kosten voortvloeien uit veranderde eisen uit de brandverzekering van de Gemeente, kan afgeleid worden dat deze kosten voor rekening gemeente komen’.

Kortom: er is destijds heel duidelijk afgesproken dat de kosten van de PV-installatie ten laste zouden moeten komen van Deelstroom, maar meent de Gemeente  nu dat de kosten vanwege de ‘veranderde brandverzekeringseisen’  door de Gemeente en dus de inwoners zouden moeten worden gedragen en via een subsidie onder de minimisverordening  zouden moeten worden bekostigd.

Omdat er veel onduidelijk is wil Hart voor Delft hier graag meer informatie over.
Per slot ven rekening gaat het hier om veel gemeenschapsgeld en dienen wij als raad te controleren of dit een reële en terechte uitgave is.

Daarom stelt Hart voor Delft de volgende vragen:

Wethouder Zwart verklaarde op 17 november 2022 in de Commissievergadering Ruimte en Verkeer dat het  hier om een bedrag van 50.000 euro zou gaan en dat bedrag na uitvoerige  gesprekken was vastgesteld.

  1. Tussen  welke partijen hebben deze gesprekken plaats gevonden? Was daar een technisch specialist bij aanwezig? Indien er geen technisch specialist bij aanwezig was waarom was dat niet het geval?

2. Is 50.000 euro het precieze bedrag? Zo niet, wat is dan wel het precieze bedrag?
Hoe zijn deze kosten precies verdeeld ? Bijvoorbeeld hoeveel manuren zijn er berekend?
Hoeveel kosten zijn er voor materieel, hoeveel overige kosten zijn er?

3. Wie heeft de kostenraming opgesteld?
Heeft de verantwoordelijke ambtenaar na ontvangen van de kostenraming zich niet verbaasd              over de hoogte van de kosten, in de wetenschap van het feit dat de initiële kosten van het gehele        dak in 2018 110.010 euro ex btw  waren?
En is daarom een second opinion gevraagd of deze kosten reëel waren? Zo niet waarom niet?

4. Er wordt gesproken over ‘veranderde eisen van de brandverzekering’.
Waar bestaan die veranderde eisen precies uit?
En per wanneer werd bekend dat de eisen zouden veranderen?

5. Is er ten tijde van de oplevering een proces-verbaal van oplevering oftewel een opleverdocument      aan de Gemeente, als eigenaar van het dak, overhandigd of ter inzage overgedragen door                    Deelstroom?
Zo ja, waren er destijds gebreken? En zijn die opgelost? En gecontroleerd?
En als de Gemeente het proces-verbaal van oplevering niet heeft ontvangen noch ingezien, wat          was de reden dat de oplevering niet is gecontroleerd?

6. Was de Gemeente, als eigenaar van het dak, ten tijde van de installatie in 2018 op de hoogte van         het feit dat volgens Bouwbesluit 2012, art. 5.1  de NEN1010 ook reeds in 2018 diende te worden         geïmplementeerd? Zo niet, waarom niet? En diende de Gemeente daar niet van op de hoogte te         zijn?

7. Is er een installatiedossier? En waar bevindt die zich?

8. Zijn er ten tijde van de installatie in 2018 condities vastgelegd ten aanzien van de technische                verantwoordelijkheid? Zo ja, Welke condities zijn dat? Zo niet, waarom niet?

9. Volgens de NEN3140 en de Arbowet is het verplicht een Installatie Verantwoordelijke aan te                stellen. Is dat gebeurd? En wie is dat?

Uit de Scope 12 keuring van 6 juli 2021 kwamen er 14 serieuze en 3 geringe tekortkomingen aan het licht.

Waaronder het ontbreken van een constructieberekening, verkeerde connectoren, verkeerde omvormers, losse leidingen, verkeerde stekkers, verkeerde afzekering, nabije gasleiding, onderdelen die niet bestand zijn tegen weersomstandigheden  enz.
Waarbij moet worden aangemerkt dat al deze tekortkomingen onder de NEN1010, Bouwbesluit 2012  vallen die ook in 2018 van kracht was en ook toen diende te worden geïmplementeerd.

10. Heeft de Gemeente, als eigenaar van het dak, ten tijde van de oplevering van de panelen                      controle laten uitvoeren door een eigen technisch specialist op de deugdelijkheid en vooral                  veiligheid  van de PV-installatie?  En bijvoorbeeld de veiligheid van de belasting van het dak door        het controleren van een constructieberekening ? Implementatie NEN1010?
Zo niet waarom niet?

11. In 2018 is er flinke wateroverlast geweest in het Stadskantoor.
Wat was daar precies de oorzaak van? Kan er een verband gelegd worden met de belasting van          het dak door de PV-installatie?

Er is geen constructieberekening gemaakt om te controleren of het dak berekend was op  het              gewicht van 304 zonnepanelen.

Is er een rapport van de wateroverlast en de schade opgesteld? Waar kan die nagelezen worden?

12. Is er na de Scope-12 keuring in juli 2021 op enig moment door de verantwoordelijke ambtenaar          een gesprek geïnitieerd met de Scope-12 inspecteur  om exact te achterhalen waar al deze                  tekortkomingen nu precies onder vielen: Oftewel uit de veranderde brandverzekeringseisen                oftewel uit initiële tekortkomingen bij de installatie in 2018.

Wat is de precieze argumentatie voor de  aanname dat de tekortkomingen expliciet voortkomen         uit de veranderde eisen van de brandverzekering ?

13. Wat wordt er verstaan onder ‘leercurve’ en ‘verbeterpunten’ uitgaande van het feit dat  in 2018          de NEN1010 reeds van toepassing was en deze niet veranderd is?

      En wat is de reden dat die ‘leercurve ‘en ‘verbeterpunten’ voor rekening van de Gemeente                    zouden moeten komen en niet voor rekening van Deelstroom/Zon&Co?

Hart voor Delft zou graag op redelijke termijn antwoord op deze vragen willen ontvangen.
Aangezien Hart voor Delft er aan twijfelt of deze kosten A. überhaupt reëel zijn en B. voor rekening van de gemeente en dus de Delftenaren zouden moeten komen.

Wij zien dus graag de antwoorden tegemoet.

Met vriendelijke groet,

Sonja Sint
Commissielid Ruimte en verkeer.