(bron AD dd. 15 april 2021)
‘Bram Stoop aan roer, maar is ‘geen kopie van Martin’: ‘Dat wij in het volgend college komen is hard nodig’

Interview: De tijd stond even stil in Delft, toen Martin Stoelinga op 25 maart overleed. Maar het verscheiden van de gedroomde voorman betekent niet het einde van zijn fusiepartij Hart voor Delft, dé Stadspartij. Bram Stoop trappelt namens de politieke club om meters te maken. ,,Martin wilde zó graag de grootste zijn en vechten voor Delft, daar moeten wij voor gaan!”

Peter van de Stadt 15-04-21, 18:18

Bram Stoop had een speciale band met Martin Stoelinga. Altijd al gehad. Stoop zegt bij Stoelinga op schoot te hebben gezeten toen hij nog een heel klein ventje was. Het decor: de Wippolder van de jaren vijftig. Met op elke hoek een groenteboer of slager. En op de punt van de Nassaulaan toen ook al de Vredekerk. Stoop pinkte er drie weken geleden een traantje weg, bij het afscheid van zijn oude kameraad.

Daar sta je dan. Eindelijk is er de fusiepartij, de samensmelting van jouw partij Stadsbelangen Delft en Groep Stoelinga, en dan overlijdt Martin Stoelinga. Die kwam wel binnen, waarschijnlijk?
,,Martin Stoelinga was een betrokken Delftenaar en maakte zich sterk voor Delft. Als je vanaf 2002 gemiddeld vijf of zes zetels haalt bij verkiezingen, dan zegt dat iets over het vertrouwen van de kiezers in hem. Een geweldige prestatie op zich. Als je het hebt over het gevoel wat ik daarbij heb, is het simpel. Hij sprak een groot deel van de Delftse bevolking aan. Dat is een feit. Martin was ziek en heeft nog net mee mogen maken wat hij al zo lang wilde, namelijk een grote stadspartij. Die is er nu! En een ‘hart voor Delft’ had hij zeker. Dat staat buiten kijf. Ik heb het gevoel dat ik nu als fractievoorzitter van Hart voor Delft een taak op mij heb genomen om ook het gedachtegoed van Martin voort te zetten en er te zijn voor de Delftenaar. Martin had de fractie nog in een app laten weten: ‘Denk erom: blijf vechten voor Delft ’!”

Martin Stoelinga en Bram Stoop, op 20 juli vorig jaar, bij de officiële fusie van de stadspartijen. © Fred Leeflang

Jullie kenden elkaar al erg lang. Wat voor man was het?
,,Ik kende Martin eigenlijk vanaf mijn geboorte. Martin en familie woonden in de Wippolder, in de Sint Aldegondestraat 13 en wij op nummer 11. We hadden later niet altijd contact, maar we kwamen elkaar in de loop der jaren regelmatig tegen. Het was natuurlijk een bevlogen man en een jongen van de straat, zoals ze dat noemen. En Martin was altijd in staat om, als hij een punt had, de aandacht op hem te vestigen, vooral om de boodschap bespreekbaar te maken.

Over het geloof en in het bijzonder het islamitische had hij ook een uitgesproken mening. Maar één ding is voor mij zeker: Martin was geen racist. Ik kan mij zelfs nog herinneren dat hij een voetbalelftal had met Marokkaanse jongeren. Natuurlijk hebben we afgelopen jaren bij herhaling aanslagen meegemaakt, die door mensen gepleegd werden vanuit een geloofsovertuiging. Daar hoef ik ook niet over na te denken. Deze criminelen mogen van mij ook hier wegblijven. Overigens zijn wij als Hart voor Delft van mening dat elke vorm van extremisme, vanuit welke hoek dan ook, volstrekt onaanvaardbaar is.”

Wat zijn de plannen van Hart voor Delft? Ambitieus? Al een programma klaar of komt dat nog?
,,We zijn volop bezig met het maken van plannen. Wij hebben de ambitie om bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2022, als een stabiele factor, een leidende rol te nemen bij de coalitieonderhandelingen. We hebben plannen genoeg, maar hoofddoel was, is en blijft er te zijn voor onze Delftse inwoners. We gaan de stad in om ideeën op te halen. En bij plannen willen wij standaard de Delftenaren betrekken bij de planvorming, uitwerking en uitvoering. De voormalige fracties van Stadbelangen Delft en Groep Stoelinga trekken al geruime tijd in een goede sfeer en constructief samen met elkaar op. De politiek is er voor de inwoners en niet andersom.”

Hoe ingewikkeld was de fusie van twee bloedgroepen, twee partijen?
,,De gesprekken tussen Stadsbelangen Delft en Onafhankelijk Delft verliepen in eerste instantie niet altijd even gladjes, omdat twee raadsleden en een bestuurslid van Onafhankelijk Delft, nadat zij eerst hun ja-woord hadden gegeven, alsnog besloten om niet mee te gaan met de uitdrukkelijke wens van Martin. Uiteindelijk kwamen de gesprekken alsnog op gang. Die verliepen prima en en hebben geleid tot de samenvoeging: Hart voor Delft. Inmiddels zijn we een hechte groep mensen, die prima met elkaar overweg kunnen en dat ook uitstralen naar buiten toe. Ik ben nu fractievoorzitter, maar ben geen kopie van Martin. Ik zorg voor rust en stabiliteit in de groep in samenspraak met het bestuur en de fractie. Buiten dat ik fractievoorzitter ben, is Jan Peter de Wit vice- fractievoorzitter. Dat vind ik belangrijk, want ook ik kan ziek of geblesseerd raken en Jan Peter kan dat prima. Hart voor Delft heeft het kortom voor elkaar gekregen om twee groepen mensen bij elkaar te brengen die ervoor gaan, al is het maar om de belofte aan Martin na te komen.”

Hoe moeilijk is het in Delft om oppositiepartij te zijn?
,,Als oppositiepartij in Delft heb je het best lastig om op te boksen tegen dichtgetimmerde coalitieafspraken. Toch hebben we nu, en ook in het verleden, al laten zien dat wij op basis van argumenten ook resultaten hebben behaald. In tegenstelling tot de raadsleden van de coalitiepartijen, die veelal hoog opgeleid zijn, bestaat onze fractie Hart voor Delft uit mensen die midden in de samenleving staan, zichtbaar zijn in de wijken, de taal van de straat verstaan, kennis en levenservaring hebben. Het wordt tijd dat een lokaal geluid ook zichtbaar wordt in een nieuwe coalitie. Er is weliswaar nog een lokale partij, STIP, maar zij richten zich uitsluitend op studenten.”

Bestaat er een kans dat jullie in een volgend college komen?
De kans dat wij in een volgend college komen, schat ik hoog in. Dat is ook hard nodig. Het blok van GroenLinks, PvdA, D66 en STIP, die al vanaf 1998 aan de macht zijn in Delft, moet een keer doorbroken worden. Het is niet goed voor onze stad dat deze partijen het al zo lang voor het zeggen hebben.”