Delft is een stad met een rijke historie, levendige cultuur en een bruisende binnenstad. Toch is deze prachtige stad niet voor iedereen even toegankelijk. Tijdens de ‘beeldvormende sessie’ over de inclusie agenda, op donderdag 29 augustus, werd dit probleem nogmaals onderstreept.

Hart voor Delft raadsleden Bram Stoop, Coby de Koning en Marcel Koelewijn waren, samen met raads- en commissieleden van andere partijen, aanwezig op deze informatie avond over de voortgang van de werkgroep inclusie agenda.

Een aantal betrokken burgers, verenigd in het ‘inclusie collectief’, zet zich in om de toegankelijkheid van de stad voor mensen met een beperking te verbeteren. Dit collectief, bestaande uit Monique Kromhout, Claudia Mens, Netty Jongepier en Gerard Gaal, bracht belangrijke kwesties naar voren die de aandacht verdienen van de gemeente en de politiek.

Fietsparkeren
Een van de grootste knelpunten in Delft, zo werd benadrukt, is de enorme hoeveelheid fietsen in de stad. Deze fietsen, die vaak lukraak worden neergezet, vormen een obstakel voor mensen met een beperking.

Vooral voor mensen in een rolstoel zoals Gerard Gaal, maar met name ook voor mensen met een visuele beperking, zijn de slecht geplaatste fietsen een groot probleem. De beperkte maatregelen die tot nu toe zijn genomen om fietsparkeren in de Delftse binnenstad te reguleren, schieten volgens het ‘inclusie collectief’ tekort. “Het is niet alleen een kwestie van fietsparkeren, maar ook van de algehele leefomgeving,” aldus Gerard.

Bewustwording
Daarnaast werd er tijdens de sessie ook gesproken over de noodzaak van meer bewustwording binnen de gemeente. Het is niet voldoende om enkel fysieke aanpassingen te maken; er moet ook aandacht zijn voor de sociale aspecten van inclusie.

Gerard gaf hiervan een treffend voorbeeld met een anekdote uit zijn eigen leven: “Onlangs ging ik naar de meubelboulevard om een nieuw bed te kopen. Het viel mij nogal op dat de verkoper alleen met mijn vrouw praatte. Alsof ik, door in een rolstoel te zitten, ook nog verstandelijk beperkt was. Er is dus nog veel te doen op het gebied van bewustwording op dit vlak.”

Deze bewustwording moet volgens het inclusie collectief niet alleen bij de Delftse bevolking, maar ook bij de gemeente zelf doordringen. Er werd geopperd dat het waardevol zou zijn om binnen gemeentelijke afdelingen ervaringsdeskundigen, of bijvoorbeeld ambtenaren met familieleden met een beperking aan te wijzen als ambassadeurs van de inclusie agenda. Op die manier kunnen zij, vanuit een persoonlijke ervaring, het belang van toegankelijkheid en inclusie uitdragen en ervoor zorgen dat dit in gemeentelijk beleid wordt geïntegreerd.

Communicatie
Het collectief benadrukte verder dat communicatie een cruciale rol speelt in het bevorderen van inclusie en toegankelijkheid. De afdeling communicatie van de gemeente zou actiever informatie moeten verstrekken en bewustwordingscampagnes moeten opzetten die gericht zijn op het vergroten van het begrip en de aandacht voor mensen met een beperking.

Ook werd het onderwijs genoemd als een belangrijke schakel in dit proces. “Het zou mooi zijn als scholen meer aandacht besteden aan het onderwerp toegankelijkheid en inclusie,” aldus één van de dames van het collectief.

Hondenpoep
Gerard sloot zijn bijdrage af met een hoopvolle boodschap, verweven in een anekdote: “Je was 20 jaar geleden zuur als je met je rolstoel weer eens door de hondenpoep was gereden. Maar als je mij destijds was verteld dat over 20 jaar iedereen de hondenpoep opraapte met een poepzakje, had ik je voor gek verklaard. Dit om aan te geven dat het wel degelijk ten goede veranderd, al gaat het langzaam.” Zijn woorden illustreren dat er vooruitgang mogelijk is, maar dat dit tijd en volharding vergt.

Met de ‘week van de toegankelijkheid’ die gepland staat van 7 tot en met 12 oktober, ligt er voor de gemeente Delft een uitgelezen kans om deze onderwerpen hoger op de agenda te zetten. Het ‘inclusie collectief’ hoopt dat hun boodschap doordringt tot de beleidsmakers en dat er concrete stappen worden gezet om Delft een stad te maken die werkelijk toegankelijk is voor iedereen.

Hart voor Delft zal zich zeker blijven inzetten voor verbetering van de toegankelijkheid in de stad voor mensen met een beperking. We blijven hiervoor het ‘inclusie collectief’ volgen en daar waar het kan politiek ondersteunen.

Fractie Hart voor Delft
Marcel Koelewijn
Raadslid Ruimte en Verkeer