Het college van burgemeester en wethouders Delft

3 juni 2024

Betreft: groeiende druk op handhaving in openbare ruimtes

Geacht college,

De kwaliteit van leven in onze prachtige stad Delft wordt sterk beïnvloed door de mate waarin we in staat zijn om de openbare orde te handhaven en overlast tegen te gaan. Recentelijk heeft het rapport van de Rekenkamer Utrecht1 aangetoond dat de druk op de handhaving in openbare ruimtes toeneemt, wat wij als Hart voor Delft uiterst serieus nemen. Hoewel dit rapport specifiek op Utrecht gericht is, roept het de vraag op of vergelijkbare uitdagingen ook in Delft aanwezig zijn, waar onze handhavers mogelijk overbelast raken door een groeiend aantal taken zonder bijpassende middelen.

Het is essentieel om te zorgen voor voldoende middelen en ondersteuning voor onze handhavers, die de ruggengraat vormen van een veilige en leefbare stad. Een effectieve handhaving verbetert niet alleen het directe welzijn van onze inwoners, maar draagt ook bij aan het langdurig behoud van de kwaliteit van onze openbare ruimtes. Daarom dienen we deze schriftelijke vragen in, om een helder beeld te krijgen van de huidige staat van toezicht en handhaving in Delft, en om te beoordelen of er extra maatregelen nodig zijn om deze cruciale functies te ondersteunen. Onze vragen richten zich op de omvang van meldingen van overlast, de capaciteit en taakuitvoering van onze handhavingsorganisatie, en de tevredenheid over de afhandeling van deze meldingen.

Daarom hebben wij de volgende vragen:
1. Kunt u een overzicht verstrekken van het huidige aantal meldingen van overlast in Delft, en hoe dit
zich verhoudt tot voorgaande jaren? Welke vormen van overlast komen het meest voor?
2. Zijn er in Delft soortgelijke problemen met de capaciteit en taakuitvoering van toezicht en
handhaving geïdentificeerd als die in het rapport van de Rekenkamer Utrecht?
3. In welke mate is het takenpakket van de gemeentelijke organisatie voor toezicht en handhaving in
Delft de afgelopen jaren uitgebreid?
4. Kunt u aangeven in hoeverre het huidige budget en de beschikbare capaciteit van de handhavers
toereikend zijn voor het effectief uitvoeren van hun huidige taken?
5. Worden handhavers in Delft, vergelijkbaar met Utrecht, ingezet voor taken buiten hun primaire
werkgebied? Wat is de impact hiervan op hun vermogen om effectief te handhaven binnen hun
oorspronkelijke werkgebied?
6. Wat is het huidige gemiddelde beoordelingscijfer dat melders toekennen aan de afhandeling van
overlastmeldingen in Delft? Welke aspecten van de afhandeling veroorzaken ontevredenheid?
7. Hoe beoordeelt het college de kwaliteit van de taakuitvoering door de gemeentelijke organisatie
voor toezicht en handhaving in Delft?
8. Overweegt het college om aanbevelingen zoals die van de Rekenkamer Utrecht te implementeren,
bijvoorbeeld het koppelen van budgetten aan externe veranderingen of het maken van duidelijke
keuzes over taakprioriteiten?

https://www.gemeente.nu/veiligheid/handhaving/druk-op-handhaving-openbare-ruimte-steeds-groter/

Wij zien de beantwoording met belangstelling tegemoet.

Met vriendelijke groet,
namens de fractie Hart voor Delft
Daan Stellingwerf