José van Schaik raakte haar erfenis kwijt nadat ze zich liet ‘helpen’ door de van oplichting verdachte Sjoerd S. © Fred Leeflang

Aanstaande donderdag 18 februari 2021 bespreken we in de commissie Sociaal Domein en Wonen de beantwoording schriftelijke vragen Fracties SD en GS inzake samenwerkingsovereenkomst tussen DBS Belastingadviseurs BV en Gemeente Delft) Hier . Dat heeft ook betrekking op de oplichting van José van Schaik door DBS bv.

Hier een verslag om duidelijk te krijgen wat de werkwijze van Sjoerd S. van DBS bealstingadviseurs onder vlag van de gemeente Delft was.

VERSLAG

Onderwerp : Brief klacht/schadeclaim (dd.13-09-2017 kenmerk 3120413)

Datum : vrijdag 29-09-2017

Tijd : 16.00 – 17.00u

Locatie : Stadskantoor, Stationsplein 1 te Delft

Aanwezig : Mevrouw Van Schaik, mevrouw ……… (Gemeente Delft, notulist), de heer … ……….. (Gemeente Delft, afdelingshoofd Regie op uitvoering)

Inleiding

Op 13 september 2017 heeft de gemeente Delft een brief (kenmerk 3120413) van mevrouw Van Schaik ontvangen. Deze brief wordt door de gemeente beschouwd als klacht en heeft daarvoor de heer … …… aangewezen als behandelaar. Na het lezen van de klacht heeft de heer … ….. op 22 september 2017 een email gestuurd naar mevrouw Van Schaik, waarin hij aankondigt dat de brief is ontvangen en als klacht wordt behandeld. Daarbij is mevrouw Van Schaik op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om de klacht in een gesprek toe te lichten. Mevrouw Van Schaik heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt en heeft op 29 september 2017 tijdens een gesprek met de heer … …….. haar klacht toegelicht. Mevrouw ……… (gemeente Delft) was aanwezig bij dit gesprek voor de verslaglegging. Hieronder leest u het verslag van dit gesprek.

Verslag

Nadat mevrouw Van Schaik is ontvangen en de heer … ……. een korte toelichting op de klachtenprocedure heeft gegeven, vraagt hij mevrouw Van Schaik om haar klacht toe te lichten en de achtergronden bij haar klacht te vertellen.

Hierop begint mevrouw Van Schaik te vertellen dat zij in 2011 in contact is gekomen met een belastingadviseur, de heer Slager. De heer Slager heeft mevrouw Van Schaik destijds uitgenodigd voor een afspraak. Deze afspraak heeft plaatsgevonden op het kantoor van de gemeente Delft. In eerste aanleg heeft mevrouw Van Schaik de heer Slager om hulp en advies gevraagd bij het doen van belastingaangifte en het aanvragen van mogelijke toeslagen. Bij mevrouw Van Schaik is hierbij het beeld ontstaan dat de heer Slager werkzaam was bij de gemeente Delft. Mevrouw Van Schaik geeft aan dat na de eerste afspraken die bij de sociale dienst (in een open ruimte waar ook ambtenaren aan het werk waren)hebben plaatsgevonden, er ook gesprekken bij haar thuis zijn gevoerd. Daarbij raakte de heer Slager in toenemende mate bekend met de persoonlijke situatie van mevrouw Van Schaik en haar kwetsbaarheden. Nu terugkijkend komt mevrouw Van Schaik tot de conclusie dat de heer Slager misbruik heeft gemaakt van deze vertrouwensrelatie. Zo heeft de heer Slager volgens mevrouw Van Schaik handig ingespeeld op haar kwetsbaarheden door haar financiële adviezen te geven op basis waarvan ze in toenemende mate financieel afhankelijk is geworden van de heer Slager. Gevolg hiervan is dat mevrouw Van Schaik hier nog psychische- en financiële schade (€173.000) van ondervindt en nu in de bijstand zit.

Tot slot vertelt mevrouw Van Schaik nog dat ze in maart 2017 aangifte heeft gedaan bij de politie en dat ze in augustus een interview heeft gegeven aan de Telegraaf die hier in de zomer twee pagina’s aan heeft gewijd. Ook heeft mevrouw Van Schaik een facebook pagina gestart waar inmiddels ca. 100 lotgenoten, die ook door de heer Slager gedupeerd zouden zijn, zich hebben gemeld.

Inmiddels is bij mevrouw Van Schaik duidelijk dat de heer Slager niet in dienst is van de gemeente, maar vraagt zich daarbij wel af hoe het mogelijk is dat de heer Slager in naam van de gemeente Delft heeft kunnen opereren. Ook begrijpt mevrouw Van Schaik niet dat de gemeente Delft dit heeft toegestaan. In haar brief stelt mevrouw Van Schaik dat het niet zo kan zijn dat, door de handelswijze van de gemeente, mevrouw nu al haar geld kwijt is en dat zij psychisch nog zwaarder mishandeld is.

Inmiddels heeft mevrouw Van Schaik begrepen dat de heer Slager niet in dienst was bij de gemeente, maar in de brief stelt mevrouw Van Schaik dat dit niet wil zeggen dat de gemeente niet verantwoordelijk is. In dat kader stelt mevrouw aan de gemeente voor met een goede oplossing te komen voor deze zaak. In de brief kondigt mevrouw Van Schaik daarbij aan dat ze op het punt staat om:

– de gemeente aansprakelijk te stellen;

– naar de Telegraaf te bellen om nogmaals een artikel te schrijven , nu over de misleiding door de gemeente Delft;

– de Nationale Ombudsman in te lichten.

In reactie op de brief en de toelichting geeft de heer … …….. te kennen met mevrouw mee te voelen en de situatie waarin mevrouw Van Schaik terecht is gekomen te betreuren. Daarbij geeft de heer … …….. bij mevrouw Van Schaik aan het erg dapper te vinden dat ze het initiatief tot dit gesprek heeft genomen. Vervolgens vraagt de heer … ……… of hij naar aanleiding van de brief en de toelichting daarop nog een aantal vragen mag stellen. Mevrouw Van Schaik stemt daar mee in, waarna de heer … …….. de volgende vragen stelt. (De antwoorden van mevrouw Van Schaik op deze vragen staan direct onder de vragen beschreven)

1) Hoe bent u in contact gekomen met de heer Slager?

Een medeweker van de sociale dienst heeft mij in contact gebracht met de heer Slager.

2) Op basis waarvan bent u in de veronderstelling geweest dat de heer S. Slager in dienst was bij de gemeente Delft?

De afspraak met de heer Slager was op het kantoor bij de Sociale dienst van de gemeente Delft en hij gebruikte briefpapier en enveloppen van de gemeente Delft. Bij vragen belde ik de Sociale dienst en werd ik door verwezen naar de dhr. Slager. Alles leek er op dat dhr. Slager onderdeel was van de Sociale dienst. Zo heeft dhr. Slager ook mijn bankafschriften opgevraagd voor overleg met zijn collega’s. Hij- dhr. Slager- sprak dan over intern overleg. Ook gaf hij regelmatig aan dat hij wel wat kon regelen via de Sociale dienst of gaf hij aan dat er overleg was geweest met een collega. Een andere collega op de Sociale dienst zou hem daarbij helpen.

Wat wil de gemeente Delft? Ze hebben mij aangeraden om een afspraak te maken met dhr.Slager (ze hebben zelfs die afspraak gemaakt voor me), ze hebben aangegeven dat hij mij zou helpen, dat hij problemen voor me op kon lossen, etc. Wat moet ik dan als inwoner? Ik ga toch niet denken de gemeente zegt dat ik geholpen zal en kan worden, dat zal wel fout zijn? Nee je bent als inwoner van Delft blij dat je eindelijk geholpen zal worden. Dat er iemand is die je kan helpen en iemand die je probleem wil aanhoren.

Ik denk ook dat ik aan honderd mensen vraag die door dhr. Slager zijn geholpen of hij voor de gemeente werkte dat vrijwel iedereen zal zeggen dat dat zo was. Daarbij komt dat de gemeente dhr. Slager heeft ingehuurd om onder andere mij te helpen. Volgens mij was het niet de bedoeling van de gemeente Delft dat dhr. Slager er met mijn geld vandoor zou gaan. En ook niet dat van anderen, want ik geloof er niets van dat ik de enige binnen de gemeente Delft ben die is opgelicht.

3) Op welk moment had u door dat de heer S. Slager niet in dienst was bij de gemeente Delft?

Dat zal zo rond 2013 geweest zijn, op dat moment heb ik ook mijn eerste advocaat ingeschakeld. Dhr. Slager begon toen met allerlei overeenkomsten te strooien en deed mij de belofte dat hij iedere week € 250 op mijn rekening zou storten. Dat laatste heeft hij niet lang vol gehouden. Ook de belofte van het regelen van een computer (ik heb wel een computer gekregen) was tegen betaling en de computer was toen al oud. In de eerste jaren is mij uit niets gebleken dat dhr. Slager niet bij de gemeente werkte. Volgens mij heeft dhr. Slager er ook alles aan gedaan om mij en andere klanten te laten denken dat hij ook bij de gemeente werkte. Deze eerste advocaat (mr. Van …….) heb ik ingeschakeld op advies van de Sociale Raadslieden. Deze advocaat is totaal ongeschikt, een man die zijn werk niet goed doet, mensen aan het lijntje houdt, verkeerde dagvaardigingen schrijft (hierdoor is mijn klacht niet ontvankelijk verklaard door de rechter), je tientallen keren hetzelfde vraagt, etc.

Ik geef toe dat ik het niet tref, dhr. Slager, de gemeente Delft, mr. Van ……. zie ik op dit moment als mensen die van me profiteren, me niet serieus nemen – ik wil dit niet meer. Ik kan het niet meer aan.

4) Waarom heeft u dit moment gekozen om de brief aan de gemeente te sturen?

Sinds januari 2017 ontvang ik weer een uitkering van de gemeente. Hierdoor werd ik minder financieel afhankelijk van de heer Slager en heb ik vervolgens in maart 2017 aangifte gedaan bij de politie. Toen de politie hier niets mee deed heb ik vervolgens via de pers geprobeerd de druk op te voeren en vervolgens ook bij de gemeente . In eerste instantie via wethouder B……T en vervolgens per brief. Inmiddels heeft de politie de aanklacht in onderzoek genomen.

Dhr. Slager heeft me al mijn geld afgenomen – nu blijkt onder – valse voorwendselen. Door de regeling die hij voor mij heeft getroffen kwam ik via hem in aanmerking voor zorgtoeslag en huursubsidie. Als je op een gegeven moment (medio 2013) doorkrijgt dat het allemaal niet klopt ben je in eerste instantie bang voor de gevolgen (boetes etc.). Het regelen van de toeslagen heeft dhr. Slager gedaan, ik snapte er toen (nu ook nog weinig) niets van en was bang voor een boete. Zo heeft dhr. Slager mij € 50.000 laten overmaken op naam van Expert Clinics. Een bedrag dat mede gebruikt zou worden om mij te helpen met mijn ziekteverschijnselen. Het grote voordeel was dan dat die € 50.000 niet meegenomen zou worden in de belastingaangifte (op deze manier was de € 50.000 vrij van belasting). Wat moet ik dan een advies van een belastingadviseur van de gemeente op aanraden van de gemeente.

5) Welke oplossing verwacht u van de gemeente?

Mevrouw Van Schaik verwacht van de gemeente dat zij:

· ervoor zorgt dat de heer Slager niet langer het briefpapier en de enveloppen van de gemeente Delft kan gebruiken voor zijn praktijken, dit om te voorkomen dat meer mensen op het ‘verkeerde spoor’ worden gezet;

· hulp biedt bij het verhuizen naar Schalkhaar (nabij Deventer), zodat zij daar haar leven weer kan oppakken;

· uitleg kan geven over de reden waarom haar inkomen door de gemeente op €0 is gesteld;

· een stukje financiële vergoeding.

In aanvulling hierop geeft mevrouw Van Schaik nog aan dat ze op dit moment nog steeds bij een psychiater loopt, ze bang is om haar gezicht te laten zie en dat naar buiten gaan een opgave is. Ze vindt zichzelf niet een erg stabiel persoon. Ze heeft hulp nodig om haar leven weer op orde te krijgen. Een leven zonder de ballast van dhr. Slager, het achtervolgen, het horen van wie hij nu weer heeft opgelicht. Mevrouw wil weg uit Delft en rust. Ook wil ze hetgeen dat dhr. Slager van haar heeft afgenomen, onder het mom dat hij bij de gemeente Delft werkte en het allemaal wel zou regelen, weer op orde komt.

Mevrouw wil weer terug naar een gezond leven, een leven vrij van dhr. Slager en zijn praktijken. Voldoende geld om van te leven, een andere plaats waar ik mijn leven ‘opnieuw’ kan leven, niet het gevoel te hebben van achtervolging door de Belastingdienst, de Sociale Dienst van de gemeente Delft (omdat men erachter is gekomen dat het allemaal niet klopt), mevrouw weet het gewoon niet. Dhr. Slager heeft voor een groot gedeelte mijn leven de afgelopen jaren de vernieling in geholpen.

6) In uw brief heeft u aangegeven op het punt te staan om de gemeente aansprakelijk te stellen, naar de Telegraaf te bellen om nogmaals een artikel te schrijven (nu over de misleiding van door de gemeente Delft) en de Nationale ombudsman in te lichten.

Bent u nog steeds voornemens om deze stappen te zetten?

Op de eerste plaats hecht mevrouw Van Schaik er waarde aan om aan te geven dat de aankondiging van deze stappen niet als dreigement bedoeld waren, maar vooral blijk geven van de uitzichtloze situatie waarin zij zich bevindt. Vervolgens geeft mevrouw Van Schaik aan dat ze op advies van haar psycholoog niet voornemens is om nog meer energie te investeren in deze zaak. Mevrouw Van Schaik is vooral op zoek naar rust en ze ziet niet in hoe deze stappen daar aan bijdragen. Ze hoopt daarbij dat dit gesprek met de gemeente en de eventuele acties die daarop volgen ertoe bijdragen dat ze haar rust kan vinden en haar energie kan richten op het oppakken van haar leven. Van groot belang daarbij is wel dat de heer Slager en zijn malafide praktijken zo snel mogelijk gestopt worden. Tot slot merkt mevrouw Van Schaik nog op dat de onderzoeksjournalist van de Telegraaf heeft toegezegd zich vast te bijten in het verhaal omtrent de heer Slager en dat het programma ‘Opgelicht’ heeft aangegeven hier aandacht aan te willen besteden. Mevrouw Van Schaik geeft daarbij aan dat ze hier geen energie meer aan wil besteden.

7) Heeft u alles gezegd wat u wilde zeggen?

Mevrouw van Schaik kondigt aan de beschikking te hebben over een zwartboek, waarin de verhalen staan van andere mensen die door de heer Slager gedupeerd zijn. De politie wil dit boek niet in haar onderzoek betrekken, onduidelijk is waarom niet. Mevrouw vraagt of de gemeente dit zwartboek van haar wil ontvangen? De heer … ………. geeft aan dat hij in het kader van de afhandeling van de klacht, geen behoefte heeft aan het zwartboek en geeft mevrouw Van Schaik het advies om hier ook terughoudend mee te zijn op het moment dat er persoonsgegevens van gedupeerde in staan. Hij adviseert mevrouw Van Schaik dit eerst met betreffende personen kort te sluiten en hen om toestemming voor publicatie te vragen.

Ook geeft de heer … …….. de tip dat betreffende personen zich (indien gewenst) ook zelf kunnen melden bij de gemeente. Mevrouw Van Schaik is erg blij en dankbaar met dit aanbod en geeft aan dit kenbaar te maken aan de lotgenoten die bij haar bekend zijn. De heer … ….. geeft aan dat de gemeente hiervoor een meldpunt kan inrichten, zodat de meldingen direct op de juiste plek binnen de organisatie terechtkomen.

Daarbij merkt de heer … ……. op dat het hierbij dan alleen zal om gedupeerden van de heer Slager waarbij de gemeente Delft een actieve rol (doorverwijzing/bemiddeling naar de heer Slager) heeft gespeeld. Mevrouw Van Schaik geeft aan dat te begrijpen en dit ook op deze manier te zullen communiceren. Verder geeft mevrouw Van Schaik nog aan dat zij aanwijzingen heeft dat de heer Slager bij zijn correspondentie nog steeds gebruik maakt van gemeentelijke enveloppen.

Verder heeft mevrouw Van Schaik de volgende redenen genoemd om verder te zoeken naar de rust waarnaar ze verlangt:

• Dhr. Slager heeft hele lijsten met DigiD’s van inwoners van Delft, hij heeft de codes en wachtwoorden zelf aangemaakt. De mensen van wie hij de code heeft kan hij nog steeds benadelen (alles onder het mom dat dit makkelijk voor de gemeente was – over privacy gesproken).

• Dhr. Slager heeft mij (en anderen) in een zeer lastige positie gebracht. In zekere zin pleeg ik belastingfraude en ik weet niet hoe ik dat weer recht kan en moet zetten. Overigens al de handelingen zijn door dhr. Slager gedaan want dat was nodig om mijn financiële situatie correct te krijgen voor het ontvangen van verschillende toeslagen en het krijgen van een bijstandsuitkering. Dhr. Slager zou dat regelen binnen de gemeente.

• Het krijgen van toeslag ziet dhr. Slager als terugbetaling van zijn schuld aan mij. Vreemd natuurlijk want volgens mij zijn toeslagen overheidsgelden.

• Als een van de personen die is opgelicht voor waarschijnlijk (zeker weet ik dat niet) het grootste bedrag wil ik anderen behoeden voor de oplichtingspraktijken van dhr. Slager. Bij het plegen van belastingfraude durven mensen maar zelden aangifte te doen, men is bang voor de boete en de confrontatie met de inspecteur van de Belastingdienst. Om eerlijk te zijn ben ik dat ook. Soms word ik daar ’s nachts wakker van.

• Dhr. Slager is aan het werk op datingsites, bij de universiteit, op veel plaatsen kom ik zijn naam tegen op zoek naar mensen die vatbaar zijn voor zijn praatjes.

• Ik wil weer terug naar een gezond leven, een leven vrij van dhr. Slager en zijn praktijken. Voldoende geld om van te leven, een andere plaats waar ik mijn leven ‘opnieuw’ kan leven, niet het gevoel te hebben van achtervolging door de Belastingdienst, de Sociale Dienst van de gemeente Delft (omdat men erachter is gekomen dat het allemaal niet klopt), ik weet het gewoon niet. Dhr. Slager heeft voor een groot gedeelte mijn leven de afgelopen jaren de vernieling in geholpen.

Afspraken

Ter afronding van het gesprek worden de volgende afspraken gemaakt:

– De gemeente stelt een verslag op van dit gesprek en stuurt het concept hiervan aan mevrouw Van Schaik toe voor commentaar. Nadat eventuele opmerkingen/aanvullingen van mevrouw Van Schaik zijn verwerkt wordt het verslag vastgesteld;

– Op basis van de brief met kenmerk 3120413 en het gespreksverslag wordt het onderzoek van de klacht intern gestart. Na afronding van het onderzoek ontvangt mevrouw Van Schaik een brief met daarin een beoordeling van de ingediende klacht;.

– De gemeente neemt het initiatief tot het oprichten van een meldpunt en zodra dit meldpunt beschikbaar is stelt de gemeente mevrouw Van Schaik hiervan op de hoogte. Mevrouw Van Schaik communiceert dit dan vervolgens door naar haar netwerk van gedupeerden (e.e.a. zoals beschreven bij vraag 7);

– De gemeente probeert na te gaan of de heer Slager het briefpapier/dan wel de enveloppen van de gemeente Delft oneigenlijk gebruikt bij zijn correspondentie.

Opgemaakt: 12-10-2017, van commentaar voorzien op 28-11-2017 en aangepast op 30-11-2017.