Tijdens de commissievergadering van afgelopen donderdag werd een  summier evaluatierapport besproken naar aanleiding van het convenant Veilig Uitgaan. Tijdens de discussie kwam de sluitingen van de cafés nog  even aan de orde. Bij die discussie bleef burgemeester Verkerk volop betogen dat hij bevoegdheden heeft om bestuurlijke maatregelen te  mogen nemen. Iets wat niemand heeft betwist in de discussie rond  de cafésluitingen.   

Stadsbelangen meent nog steeds, dat de genomen maatregelen van Verkerk  inconsistent waren. Los daarvan doet de rechter in zijn uitspraak op 2 maart 2009 in de situatie van Café De Sport keiharde uitspraken richting  burgemeester. Hierbij stelt de rechter dat het standpunt van de burgemeester  gebaseerd is op een suggestie en onvoldoende is onderbouwd. Daarnaast  komt de rechter tot het oordeel dat de burgemeester vanwege die onvoldoende feitelijke onderbouwing de bevoegdheid niet toekwam voor  de genomen maatregel. Het besluit van Verkerk is onvoldoende zorgvuldig voorbereid en het ontbeert een deugdelijke motivering, aldus de rechter.   

Onze fractie blijft het bijzonder vinden, dat ondanks deze duidelijke uitspraak  van de rechter burgemeester Verkerk blijft volharden in “het les geven aan de raad”  over zijn bevoegdheden met betrekking tot het mogen nemen van  bestuurlijke maatregelen en gemakshalve voorbij gaat aan het oordeel  van de rechter.   

Stadsbelangen wacht nu af of de burgemeester in hoge beroep gaat alvorens  terug te komen op de kwestie in de gemeenteraad, want de discussie over  deze kwestie is vooralsog niet beëindigd.   
Fractie Stadsbelangen-Delft  Aad Meuleman   

Uitspraak  Uit 5.3. oa.  Er zijn geen stukken voorhanden waaruit blijkt dat na de aanhouding van de  verdachte(n) nog werd gedeald in Café De Sport en evenmin is gebleken dat  klanten van die dealer(s) nog altijd Café De Sport bezochten met het  oogmerk  om daar harddrugs af te nemen. Het standpunt van verweerder  (lees burgemeester) is gebaseerd op een suggestie en onvoldoende concreet onderbouwd. 5.6 De voorzieningenrechter is, gelet op de onvoldoende feitelijke  onderbouwing, van oordeel dat verweerder (lees burgemeester) niet de bevoegdheid  toekwam om over te gaan tot tijdelijke sluiting van Café De Sport.    5.7 Uit het voorgaande volgt dat verweerder (lees burgemeester) het  bestreden besluit onvoldoende zorgvuldig heeft voorbereid. Daarnaast  ontbeert het bestreden besluit een deugdelijke motivering. Het bestreden besluit verdraagt zich in zoverre niet met de artikelen 3:2 en 7:12 van  de Awb.  Het beroep is gegrond en het bestreden besluit komt voor vernietiging  in aanmerking.