In artikel 15, eerste lid onder b van de Gemeentewet staat dat een raadslid als een gemachtigde in geschillen niet werkzaam mag zijn ten behoeve van de wederpartij van de gemeente of het gemeentebestuur. Het betreft hier een absoluut verbod. Het gaat om handelingen waarbij raadsleden optreden als advocaat, gemachtigde, vertegenwoordiger of adviseur.

Op zichzelf is dit artikel begrijpelijk, immers als raadslid behoor je de belangen van de gemeente altijd te behartigen. Maar betekent dit dat je als raadslid dan altijd monddood bent in een situatie, waarbij je als raadslid ook belanghebbende bent in een conflict met de gemeente? Het is vreemd dat je dan als bewoner (raadslid) niet kan opkomen voor jouw belangen in een conflict met de gemeente en niet het woord zou mogen voeren bij de behandeling van het bezwaarschrift  bij de bewaarcommissie. Waarom zou dit uitgelegd kunnen worden als niet integer handelen van het raadslid of liever gezegd inwoner van onze stad?

In deze casus gaat om een conflict dat een wooncomplex heeft met de gemeente Delft. In dit wooncomplex woont het betreffende raadslid, die door de bewoners van dit complex benoemd is als voorzitter van de Vereniging van Eigenaren (VVE). De VVE heeft bewaar aangetekend tegen een beslissing van de gemeente. In deze situatie is het raadslid niet alleen voorzitter van de VVE, maar tegelijkertijd ook bewoner van bedoeld wooncomplex. Het gaat hier dus niet alleen om de belangen van de VVE, maar ook om die van het desbetreffende raadslid zelf. Niet als raadslid, maar als bewoner evenals om de belangen van de andere bewoners van dit wooncomplex.

In artikel 8:24 Awb staat dat wettelijke en statutaire vertegenwoordigers niet aangemerkt kunnen worden als gemachtigde; zij worden vereenzelvigd met de partij die zij vertegenwoordigen (Memorie van Toelichting, Parl. Gesch. Awb II, p. 415). Het raadslid kan dan beschouwd worden als wettelijk en statutair vertegenwoordiger van de VVE en zou gelet op een strikte lezing van artikel 15 op grond hiervan kunnen optreden als vertegenwoordiger tijdens de hoorzitting.

Helaas blijkt deze casus best ingewikkeld en is onduidelijk wat wel of niet mag. Bedoeld artikel 15 lijkt dus niet waterdicht bij dergelijke situaties en er is hierover geen jurisprudentie te vinden. Dit maakt het lastig om hier een eenduidig antwoord op te vinden.

Dat neemt niet weg dat raadsleden ook simpelweg inwoners zijn van een stad en in een situatie terecht kunnen komen bij een persoonlijk conflict met de gemeente. Dat heeft niets te maken met belangenverstrengeling.

Het blijft vreemd dat je als inwoner van een stad, toevallig ook raadslid, niet mag opkomen voor jouw eigen belang in een conflict met de gemeente en dus in feite monddood wordt gemaakt, simpelweg omdat je raadslid bent. Dat kan toch niet de bedoeling zijn van artikel 15 eerste lid onder b van de Gemeentewet. Het blijft een lastige kwestie.

Hoog tijd dat er jurisprudentie komt over dit onderwerp.

Aad Meuleman