De geschiedenis herhaalde zich gisteren tijdens de gemeenteraadsvergadering.  Net zoals destijds bij onze geagendeerde motie Dagopvang, werd in een  ordedebat de motie van het CDA, die mede namens onze fractie en anderen werd  ingediend,  door de coalitie van de agenda weggestemd.   

In de motie werd het college gevraagd om een voorstel te doen aan de raad over de keuze van de architect voor de bouw van het station/stadskantoor. De raad zou hierover dan een besluit kunnen nemen.  De actie van de coalitiepartijen heeft veel weg van het standpunt van  oud wethouder Torenstra die bij zijn afscheid in een interview zei:  “Ik heb niks te maken met de oppositie”.   

Destijds had onze fractie al laten uitzoeken bij de gemeentejurist dat volgens het reglement van orde raadsleden het recht hebben om moties te agenderen en  hierover het woord te voeren. Hierbij worden geen uitsluitinggronden genoemd  zoals de coalitie betoogde.   

De voorzitter, die tijdens het fractievoorzittersoverleg door de  vice-voorzitter  van de raad op het verkeerde been was gezet, bleef in eerste instantie  halsstarrig  betogen dat de motie niet geagendeerd kon worden. Ook het verzoek om een ordedebat wees hij eerst af. Naar onze mening ten onrechte. Gelukkig kwam de voorzitter na overleg met het presidium hierop terug.   

Dat enkele raadsleden als gevolg van de houding van de coalitie kwaad de vergadering verlieten, is op zichzelf te begrijpen, maar in onze ogen  niet  juist. Maar vooral zouden de coalitiepartijen eindelijk eens moeten  beseffen dat  volksvertegenwoordigers onder geen enkele voorwaarde monddood mogen  worden gemaakt. Dat kan nooit de bedoeling zijn geweest van onze  democratisch verworven rechten.  Fractie Stadsbelangen-Delft