BAMBER~1De fractie Stadsbelangen Delft heeft tijdens het interpellatiedebat over de zogenaamde wachtgeldaffaire gemeend niet te moeten reageren op het ‘stunt voor de bühne’ interpellatiedebat dat was aangevraagd door Leefbaar Delft en gesteund door Onafhankelijk Delft. Dit omdat het hier ging om een wettelijke regeling waar de Delftse gemeenteraad niet over gaat en ook niets aan kan veranderen.

De zogenaamde wachtgeldaffaire is helemaal geen affaire, maar een wettelijke regeling waar bestuurders niet alleen premie voor betalen tijdens hun dienstverband, maar ook recht op hebben. Het is bovendien geen geheime wettelijke regeling, maar een volledig openbare regeling. De ophef in de Haagse gemeenteraad vorige maand was dan ook volstrekt onlogisch omdat deze raad in de jaarrekening en begroting van Den Haag gewoon kan lezen wat er wordt betaald aan ex-bestuurders.  

Natuurlijk mag men een mening hebben over de vraag of een bestuurder die zelf kiest voor een baan tegen een lager salaris, gebruik zou moeten maken van deze regeling, maar het blijft volgens de wet een arbeidsvoorwaardelijk recht van bestuurders. Dat neemt niet weg  dat ook Stadsbelangen vindt dat deze regeling op dit punt zou moeten worden veranderd. Wij hebben dat in een eerdere reactie al aangegeven. Niet de Delftse gemeenteraad, maar de Tweede Kamer is aan zet om deze regeling te veranderen.

Op de vraag of Verkerk  had moeten melden aan de Delftse gemeenteraad dat hij gebruik maakt van deze wachtgeldregeling is het antwoord simpelweg nee. Het gaat hier niet om inkomsten uit nevenfuncties naast de functie van burgemeester, dat moet wel verplicht worden gemeld, maar om inkomsten die betrekking hebben op een vorig dienstverband met de gemeente Den Haag.

Het had de Wit van Leefbaar Delft en Stoelinga van Onafhankelijk gesierd als zij met een voorstel waren gekomen om als Delftse raad een brief naar de minister te sturen om deze wettelijke regeling op dit punt aan te passen. Een dergelijk voorstel zou Stadsbelangen hebben gesteund. Maar de heren vonden het belangrijker een aanval op de persoon Verkerk te doen, terwijl beide heren moesten toegeven dat Verkerk het recht heeft om gebruik te mogen maken van deze regeling. Wat dat betreft heb ik meer respect kunnen opbrengen voor de inbreng van de SP fractie over deze kwestie .

Op de website van Onafhankelijk Delft wordt door Stoelinga ten onrechte de suggestie gewekt dat het presidium zou uitmaken wat al dan niet urgent is. Ik heb gemeend om als presidiumvoorzitter in de raad het onterechte beeld dat de Wit op zijn website had gepubliceerd te moeten corrigeren. Hij suggereerde dat het presidium hem het recht zou ontnemen om gebruik te mogen maken van het instrument interpellatie.  Dat was en is niet het geval. Het e-mailbericht van het presidium over het interpellatiedebat en de verklaring die ik als presidiumvoorzitter namens het presidium in de raad heb afgelegd bewijzen dat zowel de Wit als Stoelinga deze kwestie (bewust?) onjuist hebben gepubliceerd op hun site. Het was geen veeg uit de pan van mij richting de Wit, zoals Stoelinga beweert, maar een correct beeld schetsen van de werkelijke situatie. Burgers mogen dat van volksvertegenwoordigers verwachten.  Op http://ris.delft.nl/eCache/CBR/7/286.html kan mijn verklaring namens het presidium worden bekeken en beluisterd.

Aad Meuleman
Stadsbelangen Delft