Op zondag 14 juni jl. hebben enkele Delftse muzikanten het idee gehad om akoestisch wat gezelligheid op een paar terrassen (De Klok en De Waag) te brengen met inachtneming van de corona maatregelen van dit moment. Helaas hebben BOA’s of anderszins ingehuurde beveiligers door de gemeente Delft deze muzikanten gesommeerd te vertrekken op basis van de huidige noodverordening en met het argument dat dit een ‘aanzuigende werking’ zou hebben. Op de momenten dat de muzikanten er speelden was er op geen enkele wijze sprake van een ‘aanzuigende werking’ en alle aanwezigen zaten met 1.5 afstand keurig volgens de voorschriften op het terras. We vinden ‘risico op aanzuigende werking’ of een mogelijke interpretatie daarvan ook niet terug in de noodverordening.

Als we de meest recente noodverordening eens onder de loep nemen lezen we het volgende:

Noodverordening COVID-19 VRH van 01 juni 2020

Artikel 2.1e Buitenterrassen bij eet en drinkgelegenheden

Het is verboden samenkomsten op buitenterrassen bij eet- en drinkgelegenheden te laten plaatsvinden, te organiseren, te laten organiseren of te laten ontstaan, dan wel aan dergelijke samenkomsten deel te nemen, tenzij:

  1. gasten gebruik maken van een zitplaats aan een tafel;
    b. maatregelen zijn getroffen waardoor:

1°. de aanwezigen altijd 1,5 meter afstand tot elkaar kunnen houden;
2°. de aanwezigen altijd 1,5 meter afstand kunnen houden ten       opzichte van aanwezigen op aanpalende terrassen; en
3°. de bezoekersstromen op en rond het terras worden gereguleerd;

  1. de aanwezigen te allen tijde ten minste 1,5 meter afstand houden tot elkaar, met uitzondering van personen die een gezamenlijk huishouden vormen; en
  2. het terras aan de bovenzijde of aan drie zijden open is.

De horecaondernemers voldeden aan bovenstaande voorwaarden, de kleinschalige akoestische optredens hadden dus doorgang moeten kunnen vinden. Wij vinden het te kort door de bocht om de noodverordening zó strak te interpreteren dat alleen het woord ‘verboden’ nog overblijft. Deze tijd van versoepeling vereist uiteraard de nodige voorzichtigheid, maar ook een proactieve houding, een dienstverlenende instelling en kijken wat ‘mogelijk’ is in plaats van ‘onmogelijk’.

Stadsbelangen Delft hoopt dat de portefeuillehouder, ofwel de burgemeester, bereid is om een positieve houding aan te nemen op dit punt en, samen met de BOA’s, proactief wil kijken wat de mogelijkheden zijn.

Stadsbelangen Delft
Marcel Koelewijn.