De afgelopen weken hebben we weer kennis genomen van een onvervalst stukje dictatoriaal gedrag van de collegepartijen Groen Links en D66. Deze partijen vonden het nodig om het Sinterklaasfeest te frustreren door het onderwerp ‘Zwarte Piet’ te politiseren.

Inzet van hun actie is de aandacht rondom racisme en discriminatie, welke zij hebben gekoppeld aan het Sinterklaasfeest en de figuur van Zwarte Piet, zonder ooit de discussie gevoerd te hebben of het Sinterklaasfeest, als traditioneel kinderfeest, wel als racistisch kan worden aangemerkt. En wat heeft dit met ons slavernijverleden te maken?

Op de één of andere manier hebben bepaalde groeperingen in onze samenleving opeens gemeend om racisme te verbinden aan het Sinterklaasfeest. Alsof dit ‘racisme’ opeens als gepland de kop opsteekt in de Sinterklaastijd. Alsof het Sinterklaasfeest altijd inzet is geweest om mensen weg te zetten, te discrimineren en te polariseren.

Uiteraard erkennen ook wij dat een deel van onze Delftse inwoners, namelijk die van kleur, in de Sinterklaastijd te maken hebben met uitlatingen van kinderen over Zwarte Piet, maar kun je dan spreken van ‘institutioneel racisme’, alsof dit door de ouders vooraf is ingeprent bij hun kinderen om hierover opmerkingen te maken? Of is dit gewoon een uiting van jeugdig enthousiasme, dat kinderen verheugd zijn dat ze van de Sint, maar zeker ook van Piet hun schoen gevuld krijgen en dat Piet alles behalve een achtergestelde en onderdanige of zelf minderwaardige figuur is.

De burgemeester had, vlak na haar aantreden, op eigen initiatief contact opgenomen met Herman Weijers, voorzitter van de Stichting Sinterklaas Delft en in gemeenschappelijk overleg afgesproken dat er geleidelijk werd overgegaan naar roetveegpieten.

Dit op uitdrukkelijk verzoek van de Stichting, omdat daar zo’n 150 vrijwilligers bij betrokken zijn die al vele jaren met veel plezier als Zwarte Piet hun bijdrage leveren. En uiteraard ook om rekening te houden met de grote groep Delftenaren, die waarde hechten aan de traditionele viering van dit kinderfeest.

Zo niet GroenLinks en D66!

Klaarblijkelijk overtuigd van hun eigen gelijk en vermoedelijk ‘dronken van de macht’, wordt het onderwerp als bijna vastgelegd in een strak draaiboek gepolitiseerd, daarbij negerend dat het wel eens een sterk polariserend effect zou kunnen hebben.

STIP volgt als een kudde makke schapen met een weinig onderbouwd standpunt, waaruit wellicht nog te filteren was dat ze de steun aan de indienende partijen mogelijk hebben gezien als wisselgeld voor andere onderwerpen waar zij waarde aan hechten.

Dat is nu net de overtrokken houding van GroenLinks en D66, de totale overschatting van het onderwerp, het innemen van een extreem standpunt, zich laten verleiden om op basis van een hype dit onderwerp te politiseren en, omdat ze een meerderheid hebben, denken dat ze hun zin kunnen doordrijven.

Daarin hebben genoemde partijen zich gelukkig ernstig in vergist. Bij de PvdA leefde de tweestrijd van enerzijds de gevoeligheid van het onderwerp contra het besef dat het hier ook gaat om een traditioneel kinderfeest dat veel vreugde brengt bij onze kinderen.

Op het moment dat GroenLinks en D66 doorkregen dat er geen eensgezindheid in de coalitie was en ze zeer waarschijnlijk geen meerderheid zouden krijgen ten opzichte van hun motie, hebben ze het verzoek van een aantal oppositiepartijen en de burgemeester om de motie niet in stemming te brengen, aangegrepen om de motie in te trekken.

Wat is nu het gevolg van deze actie?

De afspraak was om Zwarte Piet om te zetten naar roetveegpieten en daarbij, zoals hierboven al gemeld, de tijd te nemen ten opzichte van de gevoelens van vele betrokkenen.

Uitkomst is dat dit traject (gelukkig) nog hetzelfde is, behalve dat GroenLinks en D66 met de politisering van dit onderwerp hebben aangegeven dat zij niet zijn geïnteresseerd in de mening van de Delftenaar en de inzet van vele vrijwilligers.

Opmerkelijk is ook dat de voorman van GroenLinks zo’n anderhalf jaar voorzitter is van een werkgroep dat naar oplossingen zoekt om de politiek en de inwoners van Delft dichter bij elkaar te brengen. En dat nu juist deze voorman in de Raadsvergadering stelt dat de Gemeenteraad wat hem betreft voldoende is om beslissingen te nemen en dat hij het niet nodig vindt om de inwoners van Delft hierbij te betrekken. Dit brengt de politiek niet echt dichter bij de inwoners.

Ook D66 hebben we, zowel landelijk als lokaal, intussen leren kennen als een partij die het maar weinig opheeft met onze democratische waarden, een frappante tegenstelling omdat ze diezelfde democratie in hun naam dragen. Wellicht tijd voor een naamsverandering?

Onze conclusie van dit alles is dat met de politisering van dit onderwerp door GroenLinks en D66 er een hoop onnodige ophef is gemaakt, gevoelens van veel mensen zijn gekwetst en de hele actie achteraf gezien niets meer heeft opgeleverd dan alleen het plezieren van hun eigen achterban.

Een ‘zwarte’ episode van de cursus ‘lessen voor de toekomst’.

Fractie Stadsbelangen Delft
Marcel Koelewijn.