De Delftse raadsleden moeten vooral binnen onze stad hun werkzaamheden  doen, maar zeker ook buiten onze stadsgrenzen kijken om te zien welke  voordelen er te halen zijn voor de inwoners van onze stad. Dus niet met  oogkleppen voor in onze stad blijven rondhangen, maar deze ook eens  afdoen.  Het was daarom geen onverstandige keuze om dit jaar het werkbezoek van de gemeenteraad volledig te wijden aan de werkzaamheden van het Europees parlement.   

Als één ding duidelijk is geworden tijdens het tweedaagse bezoek van de  gemeenteraad aan Brussel, dan is het wel dat steeds meer belangrijke  beslissingen vanuit dit Europese bolwerk worden genomen. Beslissingen die ook van invloed zijn voor onze inwoners. Het is daarom jammer dat  een aantal raadsleden verstek liet gaan.   

Tijdens negen verschillende presentaties, die ca. een uur duurden, vertelden  diverse vertegenwoordigers die in Brussel werkzaam zijn over hun  werkzaamheden voor Europa. De les voor de raad en de gemeentelijke  organisatie is, dat Delft zich veel meer zou moeten profileren in Brussel.   

Met onderwerpen als water, cultuur en fijnstof, maar er zijn zeker meer  onderwerpen te bedenken, kan Delft veel subsidies binnenhalen, maar  dan moet je je wel laten zien in Brussel. Ook aardig om het eerste STIP  raadslid Jean-Phillipe Monod de Froideville te horen en weer eens terug  te zien. Hij is in Brussel een belangrijke schakel bij de werkzaamheden van Neelie Smit Kroes.    Naast de presentaties was er uiteraard ook tijd om op woensdagavond, vrij programma, met elkaar als “kennissen” iets te ondernemen. Uiteraard en vanzelfsprekend op eigen kosten. Hierbij kwamen diverse Delftse  zaken aan de orde, ook in Brussel werd aan de belangen van onze  inwoners gedacht. In ieder geval een nuttig werkbezoek, dat nu zowel  politiek als ambtelijk een vervolg moet krijgen in het belang van de  inwoners van onze stad.  Aad Meuleman  Stadsbelangen-Delft