In memoriam Martin Stoelinga door burgemeester Marja van Bijsterveldt

Beste leden van de raad,

Op donderdag 25 maart ontvingen we het bericht dat Martin Stoelinga is overleden aan de slopende gevolgen van kanker. De gemeenteraad heeft daarmee een van de meest markante raadsleden verloren die de stad ooit heeft gehad. En de stad Delft heeft een bijzonder mens verloren. Een kleurrijk man en een gedreven raadslid met een groot hart voor Delft in alle tinten blauw.

Bijna 20 jaar was Martin Stoelinga lid van deze raad. Hij maakte zijn entree in 2002 met Leefbaar Delft op de rug van een olifant. Later voerde hij Onafhankelijk Delft aan en daarna volgde Groep Stoelinga. Kort voor zijn overlijden hoorde hij nog op zijn ziekbed, dat Groep Stoelinga en Stadsbelangen Delft samen verder gaan in Hart voor Delft, in zijn geest en met zijn snor in het logo. ‘De snor’. Iedereen in Delft wist wie de snor was. Zijn handelsmerk.

Direct na zijn komst in de raad was het duidelijk. Martin wond er geen doekjes om en hij wees andere partijen én het college op niet mis te verstane wijze op dat wat in zijn ogen niet deugde.

In zijn eerste debat over de vorming van het nieuwe college in 2002 zette hij de toon. Zijn opponenten schreven de opkomst van Leefbaar Delft toe aan de onvrede over de politiek in Delft en Martin was de olifant in de porseleinkast. Hij denderde er dwars doorheen. Zijn optredens in de raad waren uniek.

Fel, want Martin wilde dat het anders ging. Ongehinderd door procedures. Ongeduldig wilde Martin wat hij het beste vond voor Delft. Ook als dat leidde tot onenigheid met het college of met zijn eigen fractie. Martin beet zich vast en liet niet meer los. De waarheid moest boven tafel en het college had daar voor te zorgen, want de inwoners van Delft hadden er recht op. Zelfs toen dat leidde tot jarenlange procedures ten tijde van de Gondelaffaire.

Digitale raadsvergadering dinsdag 11 mei 2021 sprak burgemeester Marja van Bijsterveldt het In Memoriam van Martin Stoelinga uit die werd opgevolgd door 1 minuut stilte.

Martin was voor het oog van de buitenwereld niet kapot te krijgen. En …. uiteindelijk haalde hij zijn recht, maar de prijs was hoog.

De kwajongen die in 2002 op een olifant de politiek binnen kwam, was ouder en wijzer geworden en misschien ook wel milder. De kwestie die Martin had aangezwengeld, zorgde na de afronding van de hele zaak in 2013 dat de raad belangrijke lessen had geleerd. De verhoudingen veranderden langzaam maar zeker. Van een politiek in de loopgraven naar het zoeken van meer onderlinge verbinding, iets meer politiek van overleg en rekening houden met elkaar.

Martin was eigenlijk geen politicus. Hij was Delftenaar. Volksvertegenwoordiger. Hij voelde zich geroepen om zich het lot aan te trekken van hen die hulp nodig hadden. Iedereen kon hem bellen. Martin was dicht bij de mensen, zijn mensen, zijn achterban. Een jongen van de straat. Straatvechter met een grote mond en een heel klein hartje. Een lief mens. Familieman. Man van en vader van. En raadslid van. Van Delft. Martin was van ons, een markant lid van onze Raad. We gaan zonder hem verder. En we zullen hem missen.

Martin laat in de raadszaal meer achter dan een lege stoel. Martin laat zijn eigen eigenwijze stijl achter. Zijn lach. Zijn kwajongensachtige streken bij de algemene beschouwingen, van doofpot tot mijter. Hij laat zijn fractieleden achter. En in het bijzonder zijn maatje Jan Peter, met wie hij zoveel jaren samen optrok. Hij laat de stad achter. Delft gaat verder zonder Martin Stoelinga.

Delft heeft een bijzondere tint blauw verloren.

Vanaf deze plek wens ik de naasten van Martin, de mensen die hem dierbaar waren; zijn familie, zijn fractiegenoten, iedereen die Martin heeft gekend en van hem hield veel sterkte toe. De politiek in Delft zal anders zijn zonder hem.

Burgemeester Marja van Bijsterveldt