Bron Actueel 4 september 2020

Tijdens de komende gemeenteraadsvergadering willen de fracties van GroenLinks, VVD en PvdA een motie indienen. In deze motie wordt aan het college van B&W van Delft gevraagd om bij de inrichting van de openbare ruimte van het Houttuinenplein prominent fysieke zichtbaarheid te geven aan de tekst van artikel 1 van de Grondwet. Artikel 1 van de Grondwet bevat het verbod op discriminatie. Groep Stoelinga is zeer voor artikel 1 van de Grondwet. Ik ben vooral ontzettend tegen racisme. Toch zullen we tegen deze motie stemmen. Ik zal uitleggen waarom. 

Ten eerste denken we dat zo’n monument op het Houttuinenplein een averechts effect zal hebben. Het zal er niet toe leiden dat mensen minder zullen discrimineren. Eerder zullen mensen zich ergeren aan het gemoraliseer van de overheid. Fatsoen moet je doen, maar je moet er niet teveel woorden aan vuil maken. Bovendien zullen veel mensen vinden dat geld tijdens de coronacrisis beter kan worden besteed dan aan een monument. 

Ten tweede hebben we grote twijfels over de oprechtheid van de indieners van de motie. Honderd jaar geleden was discriminatie op grond van ras, geslacht of seksuele geaardheid in Nederland doodnormaal. Hoe heeft dat kunnen veranderen? Dat kon veranderen doordat mensen de moed hadden om openlijk tegen de heersende moraal in te gaan. Dat was mogelijk door de vrijheid van meningsuiting. Vrijheid van meningsuiting is ons kostbaarste en dierbaarste burgerrecht. Als we dat niet beschermen, dan kunnen we onze andere rechten en vrijheden niet verdedigen. Artikel 1 kwam niet zomaar in de Grondwet. Daarvoor moest keihard worden geknokt door middel van het vrije woord. Juist op dit punt wantrouwen wij de indieners van de motie.  

De gemeenteraadsfracties van GroenLinks, VVD, PvdA, STIP, D66, CDA, SP en ChristenUnie hebben een gedragscode ingevoerd die de vrijheid van meningsuiting veel te veel beperkt. In deze gedragscode staat bijvoorbeeld dat je iemands integriteit niet onbewezen mag aantasten. Zo op het eerste gezicht zou je denken dat dat ook niet zou moeten. Deze bepaling gaat er echter aan voorbij dat het helemaal niet objectief vast hoeft te staan wat integer is. Het is heel erg belangrijk dat er in het politieke debat veel ruimte is om van mening te verschillen over integriteit. Wij hebben allemaal heel veel te danken aan degenen die het aandurfden om tegen de heersende opvattingen over integriteit in te gaan. Ruim honderd jaar geleden stelde de beroemde architect Berlage voor om de homoseksualiteit niet langer als een misdaad te zien. De toenmalige burgemeester van Rotterdam vond dat een hele grote schande. Volgens de burgemeester gaf Berlage een heel slecht voorbeeld aan de jeugd. Waarschijnlijk vond de meerderheid van de gemeenteraad de uitlatingen van Berlage toen onverantwoord en onfatsoenlijk. Dat was namelijk de moraal in die tijd. Gelukkig was het honderd jaar geleden volgens het in Nederland geldende recht al niet verboden om uitlatingen te doen die volgens de meerderheid onverantwoord en onfatsoenlijk waren. De slavernij werd in de negentiende eeuw afgeschaft omdat mensen tegen de toen heersende moraal in mochten zeggen dat het misdadig was. Het is daarom zeer kwalijk om voor deze gedragscode te stemmen.
 
Het gemeenteraadslid Lennart Harpe (VVD) pleitte er tijdens een commissievergadering op 8 november 2011 zelfs voor om overtreders van de gedragscode vergoedingen en rechten te ontnemen. Dit bewijst heel duidelijk dat Lennart Harpe niet deugt. Hij is een extreem rechtse politicus. Het heeft mij zeer onaangenaam getroffen dat Lennart Harpe later vier jaar wethouder van Delft kon zijn en bij zijn afscheid de gemeentepenning kreeg. Ik kon dat niet met mijn geweten verenigen. Evenmin kon ik de gemeenteraadsleden begrijpen die dat lieten gebeuren. 

Kortom, als het recht op vrijheid van meningsuiting teveel wordt beperkt, dan zit de houtwurm in al onze andere rechten en vrijheden en dus ook in artikel 1 van de Grondwet. De indieners van de motie kunnen daarom beter eerst eens orde op zaken stellen in hun eigen gemeenteraad alvorens de inwoners van Delft met een monument de les te lezen. 

Martin Stoelinga