Tijdens een gemeenteraadsvergadering stelde ik de vraag aan wethouder Hekker of bij haar bekend was hoeveel jongeren, waarvan enkelen langdurig, thuis zitten en niet op school zijn.

Zij antwoordde dat hierover bij haar niets bekend was. Ik antwoordde haar, dat ik mij verbaasde over haar antwoord, omdat ik weet dat er jongeren langdurig thuis zitten in plaats van op school.

De vraag die ik mij gelijk stelde was: ‘is de wethouder niet goed geïnformeerd of vertelt zij de raad de waarheid niet’. De Delftse Rekenkamer (DRK) gaf op 7 april jl. een technische toelichting over hun onderzoek naar dit onderwerp. Ik was benieuwd naar hun bevindingen op vragen als: zijn er nu vroegtijdige schoolverlaters cq thuiszitters en zo ja hoeveel?

Tijdens de toelichting van de DRK werd inhoudelijk een goed verhaal gehouden. Wel ontbraken de cijfers en ook informatie met welke scholen de Rekenkamer had gesproken. Met alleen procenten  kun je als raadslid niets. Voor een stad als Delft moeten toch precieze cijfers simpel te achterhalen zijn, zo was mijn stelling. Na discussie tussen de diverse aanwezige fracties en de DRK kregen we een tweetal toezeggingen.

  • Als eerste werd een overzicht toegezegd met de aantallen schoolverlaters in Delft om zo meer gevoel te krijgen bij de in het rapport genoemde percentages.
  • Ten tweede zou worden nagegaan of de namen van de bezochte scholen vrijgegeven konden worden.

Dat leidde tot onderstaande informatie.

Aantallen nieuwe voortijdig schoolverlaters Delft 2012-2013

Schooltype Aantal 2012-2013 Aantal 2013-2014
Havo/vwo bovenbouw 7 9
Vmbo bovenbouw 18 28
Vo onderbouw 5 7
Vo totaal 30 44
Mbo niveau 3+4 56 56
Mbo niveau 2 49 42
Mbo niveau 1 21 16
Mbo totaal 126 114
     

Voor de volledigheid en ter vergelijking heeft de DKR ook de cijfers over 2013-2014 in de tabel gezet. Opvallend is dat de aantallen in het VO zijn toegenomen, terwijl die in het MBO wat zijn afgenomen. Dit zouden dan de nieuwe schoolverlaters 2012/2013 zijn. Moet ik dit aantal zien als een aantal bovenop de bestaande vroegtijdig schoolverlaters, die er al waren, want dan is het cijfer hoger. De namen van de scholen werden helaas niet gegeven met onderstaand argument:

De namen van de scholen kunnen we helaas niet geven, aangezien we zowel in de brief aan de scholen met het verzoek om mee te doen aan het onderzoek, als in de gesprekken hebben aangegeven dat we de informatie niet op schoolniveau zouden rapporteren. We willen uiteraard als betrouwbare rekenkamer het vertrouwen dat (en de medewerking die) we daardoor hebben gekregen niet beschamen.

We begrijpen dat Rekenkamer zich aan afspraken houdt, maar hier zit toch iets vreemds aan. De scholen werken wel mee als hun naam maar niet wordt genoemd. Hoe worden wij dan als raad op een betrouwbare manier geïnformeerd? Voor mij zijn dit nu gewoon anonieme bronnen uit het onderwijs. Als raadslid weet ik niet van wie welk cijfer komt.

Waar namelijk geen cijfers over bekend zijn, is hoeveel jongeren thuis zitten en nog geen VSV cliënten zijn, maar nog wel staan ingeschreven op school.

In het jaarverslag leerplicht 2013/2014 staat hierover onderstaande alinea:

Thuiszitten moet worden voorkomen. Gezamenlijk werken we aan een protocol thuiszitters. Sleutelwoord is vanaf het moment van thuiszitten: tempo. Juist het kunnen maken van tempo vraagt om een goed samenspel. De samenwerkingsverbanden en de gemeente vinden het van het grootste belang om goed zicht te krijgen op de juiste aantallen en de redenen van thuiszitten. Dit kan er de komende jaren toe leiden dat de aantallen hoger zijn dan de cijfers die de gemeente nu presenteert.

Juist de laatste zin, waarin staat dat de cijfers die de gemeente presenteert, baart ons zorgen. Wie versterkt cijfermateriaal aan de gemeente? Volgens ons is dat het onderwijs zelf en vervolgens gaat de gemeente er mee aan de slag. Als het net als nu, met het rapport van de Rekenkamer, zo is dat de namen van de scholen toch maar vooral niet genoemd mogen worden, dan wordt het toch een moeilijke zaak. Wat de wethouder kennelijk niet wist over thuiszitters of wilde vertellen, blijken nu in ieder geval 26 jongeren te zijn. Maar is dat cijfer wel correct, want in het jaarverslag staat dat de aantallen hoger kunnen zijn? Kortom voor ons is het allemaal veel te onduidelijk en wij geloven ook zeker niet dat het aantal 26 klopt, maar hoger ligt.

Wij willen dan ook geen procenten horen van de wethouder maar cijfers van de echte thuiszitters en van welke onderwijsinstelling deze afkomstig zijn. Komende week staat zorgstructuur onderwijs op de agenda en ik denk dat we niet de enige zijn die vragen hebben aan de wethouder. De vraag blijft wat ons betreft: ‘wordt de wethouder en dus wij als gemeenteraad wel juist geïnformeerd?’

We hebben nu informatie gekregen via de DRK, maar waarom moeten er voorwaarden aan verbonden worden zoals het niet noemen van namen van scholen? Anoniem informatie geven over hun probleem dat het probleem van de gemeente dreigt te worden.

Wat Stadsbelangen Delft een interessante behandeling in de commissievergadering over dit onderwerp.

Fractie Stadsbelangen Delft
Bram Stoop