Door middel van een brief van het college over de afdelingen vastgoed en grondbedrijf werden wij geïnformeerd over de uitkomsten van twee onderzoeken.

Wij lezen hierin dat beide afdelingen het best wel  goed deden. Vooral de afdeling Vastgoed wordt als een professionele organisatie aangeduid. Wij hadden niet anders verwacht, want Delft werkt toch met professionals? De presentatie over de onderzoeken, die de commissie RVW vorige week kreeg, gaf een vrij positief beeld over beide afdelingen.

Bij onze fractie rees dan ook de vraag: ‘Waarom dit externe onderzoek?’ Een middagje de hei op en de medewerkers hadden zelf best kunnen bedenken dat sommige procedures wat scherper kunnen en dat je elkaar bij de les moet houden. Heb je nu echt twee externe, waarschijnlijk dure, projectleiders nodig om de zaak op te frissen? Eerlijk gezegd begrepen wij de hele actie niet……totdat we het rapport gingen lezen en het volgende bleek:

Bij het Grondbedrijf:

–  werken projectleiders die niet bekend zijn met vastgestelde processtappen,
–  zijn er geen richtlijnen bekend voor het ramen van posten in de grondexploitatie,
–  is het onduidelijk op welke wijze de marktwaarde van de grondwaarden wordt
bepaald of getoetst,
–  is er geen sprake van een eenduidige werkwijze voor het ramen van kosten,
–  vinden controles plaats op basis van ‘onderling vertrouwen’,
–  is het onduidelijk op welke wijze ramingen worden vastgesteld,
–  er wordt bewust afgeweken van de door gemeente zelf gestelde kaders en de lagere grondwaarden in de Harnaschpolder zijn waarschijnlijk niet getoetst op marktconformiteit.

Dit komt over als een disfunctionerende organisatie en dat is temeer schokkend in de wetenschap dat we nu juist in de grondexploitaties grote verliezen hebben moeten slikken.

In de Vastgoedorganisatie mag dan veel goed gaan, maar deze afdeling komt in de rapportage over als een afdeling die zo overbezet is, dat er voldoende tijd resteert om een beetje ruzie met andere afdelingen te maken. Daarnaast valt op dat we vooral hoog in onze onderhoudskosten zitten.
Iets wat wij al vermoedden toen enkele jaren geleden een koffieautomaat in de Torenhove tegen hoge kosten werd verplaatst.

Na het lezen van deze rapportages vraagt onze fractie zich echt af of de problemen worden opgelost met het opvolgen van de aanbevelingen. Wij krijgen sterk de indruk dat hier vooral sprake is van eilandjes cultuur, haantjesgedrag en tunnelvisie. Hebben we wel de juiste kwaliteit in huis en zitten er bijvoorbeeld niet te lang dezelfde mensen op dezelfde plaats?

De mededeling van wethouder Harpe dat er nog een mega tegenvaller zit aan te komen, is de zoveelste lijk uit de financiële Delftse kas. Het geeft het beeld dat colleges in de afgelopen jaren vooral vertrouwden op de mooie blauwe ogen van de ambtelijke organisatie. Of moet de conclusie zijn, dat colleges onvoldoende kwaliteit in huis hadden om onze mooie stad op adequate wijze te besturen. In ieder geval moet deze kwestie goed onderzocht worden. Hoe is Delft in deze situatie geraakt? Tegelijkertijd moeten oplossingen worden gezocht. De discussie over dit onderwerp zal op zeker op korte termijn een vervolg krijgen.

Stadsbelangen Delft
Werner Bremer